|
|
U bent hier: |
|
Bemiddeling > Controle instanties |
|
|
|
|
|
|
Wettelijke controle instanties
Een advocaat–bemiddelaar valt onder de controlebevoegdheid van 2 verschillende instanties: 1. De federale bemiddelingscommissie
de federale bemiddelingscommissie, ingesteld bij artikel 1727 van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij artikel 11 van de wet van 21 februari 2005 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek in verband met de bemiddeling (Belgisch Staatsblad van 22 maart 2005).
De federale bemiddelingscommissie bestaat uit een algemene commissie en bijzondere commissies.
De algemene commissie (code CG/AC) bestaat uit zes in bemiddeling gespecialiseerde leden, namelijk twee notarissen, twee advocaten en twee vertegenwoordigers van de bemiddelaars die noch het beroep van advocaat, noch dat van notaris uitoefenen. Bij de samenstelling van de algemene commissie wordt gezorgd voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de vakgebieden. De algemene commissie telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden.Voor elk vast lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen.
De vaste en plaatsvervangende leden worden door de Minister van Justitie aangewezen op de met redenen omklede voordracht :
- van de Orde van Vlaamse balies voor de advocaat die tot die Orde behoort;
- van de « Ordre des barreaux francophones et germanophone » voor de advocaat die tot die Orde behoort;
- van de koninklijke federatie van notarissen, voor de notarissen;
- van de representatieve instanties voor de bemiddelaars die noch het beroep van advocaat, noch dat van notaris uitoefenen.
Het mandaat van lid duurt vier jaar en is hernieuwbaar.
De opdrachten van de algemene commissie zijn de volgende :
1° de instanties voor de vorming van bemiddelaars en de vormingen die zij organiseren, erkennen;
2° de criteria voor de erkenning van de bemiddelaars per soort bemiddeling bepalen;
3° de bemiddelaars erkennen;
4° tijdelijk of definitief de erkenning intrekken van de bemiddelaars die niet meer zouden voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 1726 van het Gerechtelijk Wetboek;
5° de procedure voor de erkenning en de tijdelijke of definitieve intrekking van de titel van bemiddelaar bepalen;
6° de lijst van de bemiddelaars opstellen en verspreiden bij de hoven en rechtbanken;
7° een gedragscode opstellen en de eruit voortvloeiende sancties bepalen.
Er worden drie bijzondere commissies opgericht om advies te verstrekken aan de algemene commissie :
- een bijzondere commissie voor familiezaken (code CSMF/BCF);
- een bijzondere commissie voor burgerlijke en handelszaken (code CSMCC/BCBH);
- een bijzondere commissie voor sociale zaken (code CSMS/BCSZ).
Deze bijzondere commissies bestaan uit specialisten en practici van al deze soorten bemiddeling, namelijk twee notarissen, twee advocaten en twee vertegenwoordigers van de bemiddelaars die noch het beroep van advocaat, noch dat van notaris uitoefenen.
De bijzondere commissies tellen, zoals de algemene commissie, evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden.
De aanwijzingsprocedure en de duur van het mandaat van de leden van de bijzondere commissies zijn dezelfde als deze voor de leden van de algemene commissie
2. De Orde van Advocaten
Uittreksel uit het Gerechtelijk Wetboek
Art. 456 . De raad van de Orde heeft opdracht om :
- de eer van de Orde van advocaten op te houden;
- de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan hun beroep ten grondslag liggen, te handhaven;
-
de inbreuken daarop en de tekortkomingen tuchtrechtelijk te beteugelen of te straffen, onverminderd het optreden van de rechtbanken, indien daartoe grond bestaat.
Hij waakt voor het nakomen van alle verplichtingen van de stage, waarvan hij de duur eventueel kan verlengen, onverminderd het recht om de opneming in het tableau te weigeren.
Hij richt conferenties in, die de jonge advocaten-stagiairs moeten bijwonen ten einde zich vertrouwd te maken met de regels van het beroep en zich in het pleiten te oefenen.
Ieder stagiair die uiterlijk vijf jaar na zijn toelating niet doet blijken dat hij alle door zijn balie gestelde verplichtingen heeft nagekomen, kan uit de lijst worden weggelaten.
Art. 460 . De raad van de Orde kan naar gelang van het geval waarschuwen, censureren, berispen, schorsen voor een termijn van ten hoogste één jaar, van het tableau (, van de lijst van advocaten die hun beroep uitoefenen onder de beroepstitel van een andere lidstaat van de Europese Unie) of van de lijst van stagiairs schrappen. <W 2001-11-22/39, art. 13, 096; Inwerkingtreding : 30-12-2001>
De schorsing of de schrapping wordt naast de naam van de betrokkene vermeld in een op het secretariaat van de balie gehouden register, waarvan de advocaten inzage kunnen nemen. De raad van de Orde kan bij de berisping of de schorsing bovendien verbod opleggen om gedurende ten hoogste drie jaar in geval van berisping, en gedurende ten hoogste vijf jaar in geval van schorsing deel te nemen aan de in artikel 450 bedoelde stemming, alsmede de onmogelijkheid gedurende dezelfde tijd verkozen te worden tot stafhouder of tot lid van de raad van de Orde.
De raad van de Orde besluit, indien hij het dienstig acht, zijn beslissingen geheel of gedeeltelijk aan te plakken of ze bekend te maken, zonder dat de naam van de betrokken advocaat daarin mag worden vermeld.
|
|